Onderwerpen > Juridisch > Bedenk goed wat je met je beroepsgronden (tegen een UWV-beslissing) doet!

Bedenk goed wat je met je beroepsgronden (tegen een UWV-beslissing) doet!

05 oktober 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Als je het niet eens bent met een beslissing van het UWV, dan kun je – zoals bekend – daartegen bezwaar of beroep instellen. Het is daarbij wel belangrijk de bezwaar- en beroepsgronden goed te formuleren, anders loop je het risico dat je een bepaalde beroepsgrond prijsgeeft en de (hoger beroeps) rechter hierover geen oordeel meer geeft.

Dat gebeurde onlangs in een zaak waarover de Raad moest oordelen (ECLI:NL:CRVB:2023:1466). In die zaak was aan een werknemer van de gemeente Amsterdam geen Ziektewetuitkering toegekend, omdat zij had ingestemd met haar ontslag tijdens ziekte en daarmee onnodig een beroep op de Ziektewet deed (de zogenaamde ‘benadelingshandeling’). In bezwaar heeft het UWV de hoogte van de opgelegde maatregel (geen recht op Ziektewet) aangepast naar 50% van het uitkeringsbedrag vanwege verminderde verwijtbaarheid aan de zijde van de werknemer. 

In beroep meent de werknemer dat de maatregel nog lager dan 50% moet worden vastgesteld. Dat standpunt volgt de rechtbank niet en verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep bij de Raad voert werknemer primair aan dat zij geen benadelingshandeling heeft gepleegd en subsidiair dat de maatregel naar beneden bijgesteld dient te worden. 

Oeps…

De werknemer stelt zich voor het eerst in hoger beroep op het standpunt dat geen benadelingshandeling door haar is gepleegd. Subsidiair voert zij aan dat de opgelegde maatregel (nog steeds) te hoog is. In bezwaar en beroep is door de werknemer niets gezegd over dat er geen sprake zou zijn van een benaderingshandeling. Sterker nog; de toenmalig rechtshulpverlener van de werknemer heeft tijdens de zitting bij de rechtbank aangegeven dat niet ter discussie staat dat sprake is van een benadelingshandeling....  

De Raad herhaalt nog eens de vaste rechtspraak over het prijsgeven van beroepsgronden:

“(…) Uit vaste rechtspraak volgt dat het een partij in beginsel vrijstaat om in hoger beroep nieuwe gronden aan te voeren, maar dat dit niet geldt ten aanzien van gronden die in een eerdere fase van de procedure welbewust niet aan de orde zijn gesteld dan wel uitdrukkelijk zijn prijsgegeven. Appellante heeft de omvang van het geding in beroep uitdrukkelijk en welbewust beperkt tot de hoogte van de opgelegde maatregel. Onder deze omstandigheden staat het appellante niet vrij in hoger beroep alsnog de benadelingshandeling ter discussie te stellen. In hoger beroep is daarom uitsluitend de hoogte van de maatregel in geschil en in het bijzonder of het Uwv daarbij terecht toepassing heeft gegeven aan artikel 8, eerste lid, van de Beleidsregel.(…)”

Ook de ‘subsidiaire’ beroepsgrond treft geen doel. De Raad meent dat de rechtbank juist heeft geoordeeld dat in deze zaak de door het UWV opgelegde maatregel binnen de onder- en bovengrenzen van het Maatregelenbesluit blijft.

Slotsom: vermoedelijk had het in deze kwestie niet veel uitgemaakt, maar houd er rekening mee dat je je beroepsgronden tegen een beslissing op bezwaar van het UWV goed formuleert, zodat je geen gronden prijsgeeft voor een eventueel (hoger) beroep.

Tags

Gerelateerde artikelen